Onze rugzak
zondag 18 mei 2025

De rugzak
We zouden er allemaal één dragen. Een grote of zware, een kleine of lichte. En, onze rugzak zou een grote rol spelen in hoe we contacten leggen of een relatie proberen uit te bouwen. Ook in mijn rugzak is een behoorlijk zware kassei gedropt door het onverwachte overlijden van mijn partner. Nu al jaren geleden. Maar het heeft mijn kijk op het fenomeen rugzak wel gewijzigd.
Vooreest ging ik beseffen dat we pas spreken van een rugzak, figuurlijk dan, als we iets onaangenaams, iets verschrikkelijks of traumatiserend hebben meegemaakt. Voorbeelden kennen we allemaal. Maar letterlijk gebruiken we een rugzak meestal voor iets aangenaams of nuttigs, zoals een picknick, een flesje drank tegen de dorst, een water- en winddichte kledij, zonnebrandcrème, een gsm. In ons aards bestaan maken we ook hoogst aangename dingen mee: diploma, verliefdheden, huwelijksdag, geboorte, promoties, lotto, en ‘als Pasen op een maandag zou vallen’. Ze kleuren evenzeer hoe we in het leven staan maar het heeft er de schijn van dat ze de weg naar onze rugzak niet vinden. Jammer toch?
Verder menen velen dat een rugzak nieuwe relaties in de weg staat. Bij eenrelatiebreuk of overlijden van de partner heet het dan dat we hem of haar nog niet losgelaten hebben, dat we er nog te vaak aan denken, dat we nog niet klaar zijn voor iets nieuws.
Ik bekijk dit nu anders. Het idee dat er eerst een fase is voor rouw of verwerking en er pas daarna een fase kan aanbreken voor iets nieuws, is volgens mij nogal rationeel en artificieel. Zo loopt het niet. Traumatische ervaringen blijven in onze vezels hangen. We kunnen ze niet ‘uitdoen’ zoals we dat met een rugzak doen. Herinneringen, inclusief de pijn die ermee gepaard gaat, aanvaarden en zo lang als nodig ruimte geven, is ongetwijfeld een eerste belangrijke stap. Maar het voelt ook niet goed om er de hele dag over na te denken of te piekeren. Je kan niet enkel door te denken uit een modderpoel geraken, je moet je eruit bewegen. In actie komen dus, desnoods met enige tegenzin. Voor mij betekende dit dat ik op een bepaald moment ging kijken naar een dansoptreden buiten in de zon op een berg zand. Ik voelde mij er erg aangenaam door getroffen en verrast. Sinds dan zocht ik, soms eerst met een vleugje tegenzin, dingen op waarvan ik vermoedde dat ik er me blij zou bij voelen: een concert, een stukje ongerepte natuur, een aandachtverslindend boek, een voordracht, eens goed zot doen. Precies zulke heerlijkheden boden in mijn rugzak een tegengewicht voor al het depressieve. Ik denk dus dat het de evoluerende balans tussen beide is, die de kleur van ons voortbestaan en de slaagkansen van contacten en relaties uiteindelijk mee bepaalt.
En dan nog dit. Ik weet nu met zekerheid, hoe zwaar mijn rugzak bij momenten nog weegt, dat mocht iemand in mijn leven komen waarmee ik naar de hemel wil en mag vliegen, onze beide rugzakken, in de belastende betekenis, dat niet zullen verhinderen of belemmeren. Samen onze rugzakken dragen omdat we dat graag willen, is een andere optie dan uitputtend moeite doen om ze dicht te snoeren.
Wellicht zullen sommigen die dit lezen beweren dat het voor hen toch een beetje omgekeerd werkt: om iemand graag te kunnen zien, moeten rugzakjes eerst leeg gemaakt worden. De discussie erover blijft dus open.
‘Jawel, ik draag een rugzak.
Ze hoort bij mij.
Wie me echt wilt leren kennen,
krijgt haar er gratis bij.’
Enjoy the road
jijikwij
geplaatst door jijikwij - 608 keer gelezen
Vorige berichten
Van matcha tot mannenstress
Vroeger had je koffie. Punt. Je dronk ‘m zwart, met suiker, met melk, of – als je geluk had – met een toefje slagroom. Niemand vroeg of je havermelk wilde, of je bonen uit Guatemala kwamen, of je voorkeur gaf aan een flat white, een cortado of een matcha latte met een vleugje kaneel. Je had koffie. Klaar.
Zo was het ook met de liefde. Je ontmoette iemand, voelde een klik (of je hoopte dat die vanzelf kwam) en je deed je best om er iets van te maken. Je was niet de hele tijd bezig met de vraag “Wat als er nog een leukere komt als ik nog even wacht?"
Maar inmiddels lijkt daten verdacht veel op het menu van een hippe koffietent. Je scrollt eindeloos, switcht tussen smaken en stijlen, twijfelt of je voor vertrouwd gaat of iets exotisch probeert. Je date een espresso-type, dan weer een sojalatte. Je denkt: misschien toch eens die ijskoffie proberen?
Neem Tom. Hij was best knap, had een goede job, kon luisteren, hield van kunst en koken. Hij stuurde dadelijk een berichtje na de eerste date. En toch… voelde ik twijfel. Het was zó perfect dat ik ineens van alles begon te analyseren. Of hij niet te goed wist wat vrouwen wilden. Of het misschien gespeeld was. Of ik zelf niet moeilijk deed uit gewoonte.
Vroeger had ik de neiging om te lang in iets te blijven hangen. Nu merk ik dat ik soms al afhaak voor het echt begonnen is. Omdat er altijd wel een reden te vinden is om door te zoeken. Of eigenlijk: om niet te kiezen.
We leven in een tijd waarin alles mogelijk is en dus moet je alles overwegen. Althans, dat denken we. Op datingapps kun je kiezen uit duizenden mensen. Alsof je in een soort menselijke supermarkt staat met een karretje en een eisenlijst: "Liefst tussen de 1.80 en 1.88 meter, sportief, niet te glad, wel ambitieus, met gevoel voor humor maar zonder flauwe woordgrappen. O ja, en graag emotioneel beschikbaar."
En daar gaat het mis. Want terwijl we scrollen, chatten en filteren, vergeten we te voelen. We raken verlamd van het vergelijken. Wat als deze man maar 80% match is en ik net de 100% misloop die morgen online komt? En dus nemen we niemand echt serieus, of alleen heel even. Tot hij ineens niet meer reageert. Dan voelen we plots van alles: frustratie, verdriet of gewoon pure keuzestress.
Misschien moeten we gewoon weer durven kiezen. Kijken wat er ontstaat als je even niet meer verder kijkt, maar juist naar de ander. Want liefde is geen perfecte cappuccino met havermelk en hartjes in het schuim. Liefde is soms gewoon een kopje koffie dat warm is en waar je op een regenachtige dag heel blij van wordt.
En laat dat nu net zijn wat ik eigenlijk zoek. Al mag er misschien wel een koekje bij.
GEMAKKELIJK GEVONDEN?
Een simpele en veel gebruikte vraag om bij een date het gesprek op gang te trekken. Simpel antwoord ook: ‘Jawel, dat viel mee, gps hé!’
Maar dan stokt de babbel. Dus een andere vraag.
’Waar woon je eigenlijk?’.
’ In Berg. En jij? ‘
‘In Dal.’
Dan opnieuw stilte, zenuwachtig heen en weer geschuifel op zoek naar volgende vragen:
‘ Berg? Ik ken dat niet. Waar ligt dat ergens?’
‘Dat is een klein dorpje in de buurt van het stadje Bergendal.’
‘Heb je hobby’s?’
‘Ja, paardrijden en zwemmen. Niet tegelijk hé!’
‘Oké. Ik speel jazz en tuinier. Ook niet tegelijk hé!’
‘ Ha ha...Wat doe je voor werk?’
Zolang de voorraad vragen strekt, kan de babbel verder kabbelen. Maar het loopt niet vlot, eerder stroef met ongemakkelijke stiltes. Het grappige is dat we dit als daters zelf veroorzaken door het soort vragen dat we aan elkaar stellen. Het gaat om gesloten vragen zoals vragen waar je met ja of neen kan op antwoorden. En dan stilte. Of vragen waarop je het antwoord niet zelf moet produceren omdat het al op voorhand vastligt in de feiten zoals: ’Hoeveel kinderen heb je?’ Je kan het daar dus gewoon aflezen, kort en bondig. Stilte!
‘Ben je voor of tegen LAT-relatie?’ of ‘Hou je meer van popmuziek dan van jazz?’ Dit zijn meerkeuzevragen waarvan het antwoord in de vraag zelf al ligt opgeslagen. Opnieuw simpel, kort en bondig. Stilte!
‘Wat vind jij belangrijk in een relatie?’
Waar knap je in een relatie op af?
‘Waarom ben je toen van werk veranderd?’
‘Hoe sta je tegenover LAT-relaties? ‘
Op dit soort vragen ligt het antwoord niet op voorhand kant en klaar, maar is nog open. Ze heten daarom ook open vragen. Ze beginnen vaak met WAT, HOE of WAAROM. Je moet dan zelf het antwoord produceren waardoor je meer over je eigenste zelf prijsgeeft, over jouw overtuigingen, gevoelens, ervaringen, voorkeuren, verwachtingen of dromen. Ze zijn dus uiterst geschikt om iemand echt te leren kennen. En ze houden ook het gesprek gaande. Er vallen minder gemakkelijk stiltes.
‘Zou het toch niet beter zijn als we met zijn allen minder vlees eten?’
‘Vind je ook niet dat onze soort nogal snel en gemakkelijk van lief verandert?’
Dit zijn suggestieve vragen. De vraagsteller suggereert zelf het gewenste antwoord. Ze zijn dus doorzichtig en je kan dan gemakkelijkheidshalve de vraagsteller naar de mond praten. Om sympathie op te wekken. Maar boer pas op je ganzen! Geoefende communicators gebruiken dit soort vragen al eens met bijbedoelingen die niet meteen open en bloot op tafel liggen. Zo kan iemand ze gebruiken om erachter te komen of jij een naar-de-mond-prater bent of niet. Foei, die snoodaards! Maar je kan ze ook een koekje van eigen deeg geven. Op de suggestie omtrent dat te snel van lief veranderen bijvoorbeeld, kan je antwoorden: ‘Dat mag wat mij betreft nog wat sneller.’ Om dan nieuwsgierig te observeren hoe de vraagsteller op jouw dwarsheid reageert. Leuk.
Tot zover een paar tips en tricks voor gevorderde daters. En om het af te leren nog deze quote: ‘‘Wil je me echt leren kennen, stel dan vooral geen vragen!’ Misschien meer hierover in een volgende blog.
‘Knowing the answer will help you in school.'
'Knowing how to question will help you in life.’
Enjoy the road
Jijikwij
IK BEN INTROVERT. Mag het?
Introverten zouden verlegen zijn, gesloten, mensenschuw of zelfs asociaal, weinig communicatief of moeilijk mee om te gaan. Ik ben er zelf eentje en ervaar dat veel van wat over introverten wordt gedachtof geschreven, huizenhoge misverstanden ziin. Tijd dus om één en ander recht te zetten.
Er bestaan maar weinig pure introverten of extraverten. De meeste mensen vertonen beide kenmerken maar in een andere verhouding: meer of minder van het ene of zelfs fifty-fifty. Ambiverten dus, zoals ze in wetenschapsland genoemd worden.
Introverten blijven in gezelschap meer op de achtergrond, niet omdat ze verlegen of sociale angsthazen zijn. Gewoon omdat ze er plezier in vinden om de doende mensensoort te observeren. Anderen animeren is ook niet hun ding en ze willen ook niet gepusht worden om in gezelschap de vrolijke ‘jan’ te spelen of voor een rondje uitbundig jolijt op de dansvloer gesleurd te worden.
Introverten staan eerder reflecterend, beschouwend in het leven. Ze zijn niet per defintie sociaal onhandiger dan hun extraverte collega’s. Als het erop aankomt of als ze er zin in hebben kunnen ze gemakkelijk hun mannetje staan. Ik zelf deins er niet voor terug om voor een publiek van 100 mensen of meer een presentatie of lezing te geven.
Het klopt dat introverten meer solotijd nodig hebben, omdat ze hun energie uit zichzelf halen ipv uit anderen of uit hun omgeving, zoals extraverten dat doen. Ze zijn als het ware voortdurend in gesprek met zichzelf om informatie, indrukken, ervaringen en gevoelens te verwerken. Dit vergt wel tijd en alleenigheid. Ze worden daardoor al eens weggezet als piekeraars of ‘binnenvetters’. Als hiermee bedoeld wordt dat ze negatief in het leven staan en alles opkroppen, dan is dit fout. Introverten kunnen even goed het leven vieren. In gezelschap ( meestal kleine groep) dat hun authenticiteit waardeert, zijn ze zelfs vlug een open boek. Maar ze hebben het dan niet over koetjes en kalfjes.
Introverten haten ‘small talks’ maar zijn veelpraters als de gesprekken wat meer diepgang hebben. Ze zouden ook koppigaards zijn. Ook dit klinkt negatief. Het klopt dat introverten vaak eigen weloverwogen meningen hebben en op hun lijn blijven staan. Ze hebben doorgaans lak aan trends, modeverschijnselen of hypes. Extraverten zijn hier veel gevoeliger voor omdat ze afgestemd zijn op hun buitenwereld en er ook hun leidraad voor hun doen en laten uit halen. Introverten doen dat niet. Ze zoeken hun houvasten en zekerheden in zichzelf.
Dus introverten, er is absoluut niets mis met ons. We lijden niet aan een afwijking die moet bestreden worden door allerlei trucs aan te leren. Onze hersenen functioneren gewoon anders maar volstrekt normaal. Trouw blijven aan onszelf is de boodschap!
Uiteraard speelt introvert of extravert zijn een rol in relaties. Samen zijn met iemand anders kost introverten vaak energie terwijl extraverten daar precies energie uit putten. Hierover misschien meer in een volgende blog. Maar mocht u er zelf ervaring mee hebben, dan kan u alvast hier al reageren.
Enjoy the road
jijikwij